Afgelopen weekend was ik op Opwekking. Kamperen, oploskoffie, diensten, koken op een kookplaatje en seminars.

Een week stilstaan bij en bewogen worden door het werk van de heilige geest. En ik was van tevoren met weinig verwachting het weekend in gegaan. Ik weet, uit ervaring, dat als je er teveel van verwacht je alleen maar teleurgesteld kan worden. Maar ik ging wel naar opwekking met ergens toch de hoop om iets van god/de heilige geest te ervaren, te vinden.

En zo ging ik naar verschillende diensten op het hoofdterrein waar sprekers vanuit hun eigen volle overtuiging spraken en iets mee gaven over geloven, kerk zijn, tot Jezus komen. Iets meegaven over een relatie opbouwen met Jezus, niet genoegen nemen met een beetje heilige geest en hart openen voor god. En na elke dienst of seminar weer die vraag: als je je wilt inzetten voor zijn kerk, als je speelt met de gedachte om zelfmoord te plegen, als je vervult wilt worden met de heilige geest (etc. etc.) kom dan naar voren en we bidden voor je.
En vergeef me, want het waren echt goede preken en mensen zijn erdoor geraakt, maar ik kon ’t niet. Ik voelde me niet zo diep in mijn hart geraakt en ik kreeg geen toespeling op mijn levenssituatie, mijn zoektocht, dat ik zelf de stap naar voren nam om voor me te laten bidden.

Eén keer stond ik bijna op het punt te gaan, ik had mijn schoenen al weer aangetrokken nadat ik ze op het bankje voor mij in de zon had neergelegd maar ik kon het niet.
Bij sommige preken kwam het gewoon vanwege het onderwerp. Vorig jaar was ik naar voren gelopen. Toen was ik zo druk met al mijn kerkelijk werk dat ik daar steun voor had willen krijgen. Voor mijn werk in gods koninkrijk. (Dienst zaterdagavond). Nu had ik überhaupt geen behoefte om aan werken in de kerk te denken.
Vorig jaar was ik misschien wel naar voren gekomen na de preek van zondagochtend over het weghalen van die vogelverschrikker. Nu vroeg ik mij alleen maar af wanneer god mij persoonlijk aan zou spreken. Vroeg ik teveel?

De spreker van maandagochtend kwam nog het dichtst in de buurt, ik had mijn schoenen al aangetrokken en was klaar om toch die stap te nemen richting nazorgteam om God te vragen mij te helpen. Maar ik kon het niet, ik wachtte op God, op een teken, maar die kwam niet (of ik hoorde hem niet).
Nee, ik was dit weekend niet ingegaan op zoek naar een teken van god. Maar toen ik voor de zoveelste keer hoorde roepen dat het zo mooi is om te zien hoeveel wonderen de heilige geest dit weekend heeft gedaan richtte ik mijn hoofd omhoog en vroeg vanuit mijn hart: ow, waar dan? Waar heeft God wonderen gedaan? Waarom niet bij mij? Waarom heb ik niet een speciale roep gehoord of een zin gekregen die echt alleen op mij van toepassing was? Was God te druk met andere mensen dit weekend?
Een van de zangers vroeg het publiek om enkele teksten echt vanuit het hart te zingen, en ik kon alleen maar stil zijn. Want in mijn hart, diep in mijn hart kan ik God niet loven. Kon ik alleen maar vragen, waar bent u?

En zo vond ik mijzelf dit weekend onder het kruis, met vrienden waar ik goede gesprekken kon voeren over mijn zoektocht naar god, mijn zoektocht naar mijzelf en hoe ik in deze situatie belandde. Maar dat kruis was leeg en ik wilde het nummer van Acda en de Munnik meezingen: nu mis ik jou.

Nu mis ik jou,
Zoals ik eigenlijk jou altijd missen wou
Waar ik van die meesterlijke zinnen over schrijven zou,
Nu mis ik jou
Natuurlijk wist ik dat het ooit eens fout zou gaan,
maar dan zag ik me al zitten rode wijn en volle maan.
In mijn ene hand een pen,
in de andere een glas en dan heel mooi zitten dichten,
hoe droevig het wel was.’

Ik miste god, miste Jezus in de overweldigende samenkomst van de gemeente van Christus. Miste de heilige geest waarvan ik niet zeker weet of hij mij probeerde te bereiken. En daar onder het lege kruis kon ik wel gaan dichten, kon ik God wel vertellen wat er mis was in onze relatie. Maar ik wilde het niet.
Vraag ik teveel als ik meen dat het balletje nu bij God ligt? Daag ik hem teveel uit door hem nu maar naar mij te laten komen. Om eerst maar eens van zijn kant openlijk, dus niet met een beetje heilige geest maar met de volle kracht van hem, te laten zien dat god een relatie met mij wil. Zeg ik het te hard als ik zeg dat als god toch zo groot is dat hij duizenden mensen weet te raken hij ook wel een groot wonder aan mij mag laten zien?

Ik heb het over groot, maar dat hoeft echt niet. Ik zou Jezus graag eens uit willen nodigen om een biertje te komen doen in mijn stamcafé. De hele avond genieten van speciaal Monnikenbier en zeer diverse achtergrondmuziek. Het mag wel op mijn rekening als ik hem maar een paar vragen mag stellen, hij maar een paar dingen kan uitleggen, mij iets kan laten zien wat mijn eigen ogen niet kunnen. Het hoeft niet groot in een tent op Opwekking omringd door honderd anderen die ook hun probleem bij god brengen. Maar ik heb graag met hem tot sluitingstijd een goed gesprek onder het genot van een speciaalbiertje in mijn stamcafé.

Of vraag ik dan teveel?

Categorieën: zoektocht naar god

0 reacties

Geef een antwoord

Avatar plaatshouder